Huizen in Nederland
AMSTERDAM LAURIERGRACHT
Op 5 augustus 1852 werd in de Amsterdamse Jordaan, in de schaduw van de Westertoren, een huis voor ‘verlaten meisjes’ gesticht. Dat waren kinderen die geen ouders meer hadden of van wie de ouders niet in staat waren om voor hen te zorgen.
Dat huis werd de bakermat van de Congregatie der Zusters van “De Voorzienigheid”. In dit huis zouden wezen en halfwezen in een min of meer huiselijke omgeving kunnen opgroeien.
Enkele jaren later legden de verzorgsters van de kinderen, onder wie Maria Stroot, hun professie af. Vanaf dat moment waren de vrouwen voor de buitenwereld herkenbaar als religieuzen – zusters.
De prille religieuze vereniging kreeg als naam: “Arme Zusters van het Goddelijke Kind”. Deze naam was tevens een opdracht; een samenvatting van hun zorgende spiritualiteit. Het Kind Jezus was zinnebeeld voor alle kinderen die zorg nodig hadden.
Er was veel armoede; in de Jordaan en ook in het prille klooster. In de eerste vijftig jaar van de congregatie stierven vrouwen regelmatig op jonge leeftijd – vaak voor hun veertigste, sommigen zelfs voordat ze dertig jaar oud waren.
In 1968 veranderde de naam in Zusters van “De Voorzienigheid”. Ook deze naam drukte de missie uit. Door alle jaren heen hebben zusters geprobeerd vorm te geven aan deze naam op veel plaatsen in Nederland en daarbuiten.
Het complex “De Voorzienigheid”, gelegen tussen Lauriergracht en Elandstraat, werd in 1991 verkocht.
AMSTERDAM ELANDSSTRAAT
Het eerste huisje werd in 1856 aangekocht : de ‘Franse Tuin’ in de Elandstraat. Rijke, katholieke heren van de Vereniging van Weldadigheid waren de geldschieters.
Nadat er ook huizen in andere plaatsen werden opgericht, werd de Lauriergracht ‘het Moederhuis’ van de congregatie. Dat bleef zo tot 1991.
In de loop van een eeuw groeide het uit tot een groot complex. Vanuit dit huis ontwikkelden zich zeer uiteenlopende activiteiten in dit speciale stukje Amsterdam. Naast de vorming van jonge religieuzen (postulanten en novicen) kwam er een scholencomplex (kleuterschool, twee lagere scholen, ULO, kweekschool). Het kinderhuis veranderde naar de eisen van de tijd.
Ook kwamen er steeds nauwere banden met bewoners van de Jordaan door maatschappelijk werk, gezinszorg, bejaardenzorg, tafeltje-dek-je, clubhuiswerk, wijkverpleging. Veel van deze zorg werd geboden onder de koepel van ‘t Claverhuis.
Gedurende een lange periode werd vanuit de hostiebakkerij een groot deel van de parochies van het Bisdom Haarlem voorzien van hosties.
Lauriergracht 37
Volgens de eerste regel van het beroemde boek vam Multatuli “Max Havelaar” woonde koffiebrander Droogstoppel op Lauriergracht 37.
In 1890 werd dit pand aangekocht voor de Arme Zusters van Het Goddelijk Kind.
AMSTERDAM, LAURIERGRACHT 105
Op dit adres was het Jongensweeshuis gevestigd, later Amstelstad. Van 1900 tot 1960 hielpen onze zusters bij de verzorging van de jongens.
AMSTERDAM, PLANTAGE MIDDENLAAN
Aan de Plantage Middenlaan lag Sint Hubertus, een tehuis voor ongehuwde moeders en hun kinderen. Onze zusters werkten hier van 1926 tot 1970.
AMSTERDAM, INDISCHE BUURT, OBISTRAAT
Het huis ‘Sint Theresia’ werd in 1926 opgericht. Ruim twintig zusters werkten er in het kleuter- en lager onderwijs en huishoudelijk onderwijs. Tevens was er een school voor zeer zwakbegaafde leerlingen. Naast onderwijs was dat altijd ook veel huishoudelijk werk. In 1982 werd het huis opgeheven, de scholen werden al eerder helemaal aan niet-kloosterlingen overgedragen.
AMSTERDAM, LEEFGROEPEN
In de jaren zestig en zeventig werd er geëxperimenteerd met nieuwe vormen van religieus leven. Steeds meer zusters gingen werken op plekken, die niet direct verbonden waren met de congregatie. Er werden nieuwe woonvormen gezocht.
In Amsterdam werden twee leefgroepen gestart in gewone huizen. Intentie was het contact in de buurt centraal te stellen. Van 1968-1973 was er een leefgemeenschap in de Van Breestraat, en van 1971-1988 was er een leefgemeenschap op de Nieuwe Herengracht.
Later volgden zulke groepen in Heemstede en Leiden.
AMSTERDAM, BIJLMER
Van 1971 tot 2006 leefden drie zusters in een flat in de Bijlmermeer. Ze werkten er in een school en in een parochie. Zij maakten alle ontwikkelingen in de Bijlmermeer mee: van modelwijk naar probleemwijk, van (geachte) voorbeeldige stedenbouw naar onveilig woonsysteem, de komst van een grote waaier aan etnische groeperingen en religieuze verscheidenheid.
BLAUWHUIS
Van 1904 tot 1980 woonden en werkten zusters van onze congregatie in Blauwhuis, Friesland, in onderwijs, gezinszorg en ouderenzorg. Het huis bood in 1968 plaats aan 55 bejaarden.
DRIEHUIS
In 1901 werd in Driehuis begonnen met de zorg voor kinderen die bijzondere pedagogische en/of didactische hulp nodig hadden.
In 1960 bood dit huis plaats aan 90 kinderen.
Tot 1971 was er een eigen school verbonden aan dit kindertehuis. Eind jaren zestig werden de kinderen op scholen in de omgeving geplaatst. In 1977 werd het werk overgedragen aan niet-kloosterlingen.
DUIVENDRECHT
Van 1913 tot 1960 werkten zusters van onze congregatie in het kleuter- en lager onderwijs voor de bewoners van dit dorp.
EDAM
Het huis ‘De Koningshoeve’ werd in 1899 opgericht. In de loop der tijd ontwikkelde er zich onderwijs, een internaat en een verzorgingshuis.
In 1968 werd plaats geboden aan 60 ouderen en 39 interne leerlingen.
Het huis werd beëindigd en de werkzaamheden overgedragen in 1979.
EINDHOVEN
Van 1976 tot 1986 woonde een groep zusters van onze congregatie binnen het klooster van de Zusters Clarissen aldaar. Dit was bedoeld als een nieuw contemplatief centrum voor zusters van “De Voorzienigheid”.
EMMELOORD
Onze zusters trokken met regelmaat snel op met de modernisering. Zo voegde zich in 1953 een groep bij de pioniers in de Noordoostpolder.
Tot 1985 werkten er zusters in de gezinszorg, het onderwijs en de wijkverpleging.
ETTEN, GELDERLAND
Het Huis ‘Sint Lidwina’ werd in 1903 gestart. Er werd gewerkt in het onderwijs en ouderenzorg. In het huis werd plaats geboden aan 19 ouderen.
In 1986 sloten de zusters er voorgoed de deuren.
HAARLEM
Van 1952 tot 1979 hielpen onze zusters de bisschop van Haarlem bij de administratie en de huishouding van het bisdom. De communiteit telde zes zusters
HEEMSTEDE
Op 29 december 1950 werd het landgoed ‘Bosbeek’ aangekocht. Tot 1959 wonen de zusters in het dan uitgewoonde landhuis. Daarnaast wordt een verzorgingshuis gebouwd; dat is in 1960 gereed.
Het Zorgcentrum werd in 1997 overgedragen aan de stichting ‘Sint Jacob’. Er wonen nog steeds zusters van “De Voorzienigheid” naast veel niet-kloosterlingen en religieuzen van andere congregaties.
Het landhuis vormt nu het centrum van de Congregatie. Bestuur en administratieve diensten zijn er gevestigd.
Op verschillende plaatsen in Heemstede heeft de congregatie woonhuizen gehad voor kleine groepen.
HOORN
In 1896 kwamen de eerste zusters in Hoorn werken. Zij namen de zorg in het Jozefhuis op het Achterom over van een weesvader en weesmoeder. Het huis was toen al minstens 100 jaar oud. Op een gevelsteen uit 1774 staat:
Hier koestert schrandre zorg
het weesken in haar schoot
hier heeft stokoud gebrek
een toeverlaat in nood
Het Jozefhuis was aanvankelijk een ‘Wees- en Armenliedenhuys’.
Rond 1900 woonden er 73 mensen: armlastige mannen en vrouwen, maar ook tientallen kinderen. Zusters woonden met hen samen.
De laatste kinderen vertrokken in 1956. Toen werd het Jozefhuis alleen bejaardenhuis.
Vanaf 1970 treden er niet-kloosterlingen in dienst en gaat men met een dienstenrooster werken. Dat betekent een grote verandering.
In 1982 vertrokken de zusters en ging het Jozefhuis op in een groter zorgcentrum in Blokker.
KROMMENIE
Van 1960 tot 1982 werkte een aantal van onze zusters in Krommenie: in het onderwijs, de ouderenzorg en de wijkverpleging. Tevens was de leefgemeenschap een steunpilaar in de parochie.
KWINTSHEUL
Het Huis ‘Sint Maria’ werd in 1926 opgericht om de zorg voor onderwijs en de zorg voor ouderen op zich te nemen.
In 1968 bood het huis plaats aan 34 ouderen.
Het werk werd in 1971 overgedragen aan niet-kloosterlingen en vertrokken onze zusters uit Kwintsheul.
LANGERAAR
In 1912 werd in Langeraar begonnen met onderwijs: kleuter- en lager onderwijs en huishoudschool. Ook kwam er een verzorgingshuis.
In 1968 werd plaats geboden aan 80 ouderen en waren 24 aanleunwoningen voor echtparen in aanbouw.
De gemeenschap werd beëindigd in 1971; het werk was overgedragen aan niet-kloosterlingen.
LEIDEN
Al in 1856 werd in Leiden, Hogewoerd 57, begonnen met de opvang van en onderwijs aan “arme meisjes”, zoals in Amsterdam. Het was het tweede huis van de congregatie. Tot 1963 woonden en werkten er zusters in dit huis.
Daarnaast verzorgden zuster van 1933 – 1990 opvang van en onderwijs aan meisjes met een verstandelijke beperking in Huize Sint Liduina aan de Zoeterwoudse Singel 34. Tot 1976 woonden zusters ook op dit adres, daarna werkten ze er alleen nog en woonden ze elders in Leiden.
LIMMEN
In Limmen stond Huize ‘Sint-Mariaoord’. Sinds 1913 werkten hier zusters in het kleuteronderwijs, lagere onderwijs en een huishoudschool. Ook was er een verzorgingshuis.
Daar werden in 1968 53 ouderen verzorgd. Ook waren er twintig aanleunwoningen.
In 1971 is het werk overgedragen.
LOOSDUINEN
Ruim een halve eeuw, van 1908 tot 1959 zorgden zusters van onze congregatie voor ‘ouden van dagen’ in het ‘Leonardusgesticht’. Daarnaast verzorgden ze het kleuter- en lager onderwijs.
MOORDRECHT
In het begin van de twintigste eeuw was er geen katholieke school in Moordrecht. Kinderen moesten naar andere dorpen naar school. Het bracht de pastoor uit die tijd ertoe om zusters te vragen naar Moordrecht te komen. In 1913 werd daar “De Voorzienigheid” gestart. Ze bleef daar tot 1964.
Naast de school was een internaat voor (schippers)kinderen.
NEDERHORST DEN BERG
Sinds 1892 werkten onze zusters hier in het onderwijs: lager onderwijs en kleuterschool. Gedurende geruime tijd werden enkele ouderen uit het dorp opgenomen in het klooster om er verzorgd te worden.
In 1968 bijvoorbeeld, leefden vier ouderen samen met negen zusters van “De Voorzienigheid”.
Vanwege de ligging aan een grote plas was het tevens een vakantieoord voor eigen zusters.
Het huis werd in 1976 overgedragen aan een oecumenische leefgemeenschap die uit de Basisgroep ‘Palmpit’ te Bussum was ontstaan.
NOORDWIJKERHOUT
In 1864 begonnen onze zusters er in het onderwijs te werken. Dat breidde zich uit tot opname en verzorging van kinderen in een eigen pand.
Tot 1971 werkten hier zusters.
Daarnaast werkten van 1910 tot 1968 zusters in het retraitehuis.
Na die tijd bleef er – tot 1982 – een kleine groep zusters in Noordwijkerhout wonen.
NOOTDORP
Van 1906 tot 1973 waren onze zusters hier werkzaam in het onderwijs en de ouderenzorg.
OUDERKERK
In 1926 begon het onderwijs in deze plaats. Daar kwam later de ouderenzorg bij in het ‘Sint-Theresia-rustoord’.
In 1968 bood dit huis plaats aan tachtig ouderen.
Het werk werd in 1977 overgedragen aan niet-kloosterlingen, toen vertrok de laatste zuster.
SCHEVENINGEN
In 1867 werd een huis in Scheveningen aangekocht. De belangrijkste functie was verpleging van eigen zusters. Na de oorlog was het huis te oud en te slecht om deze functie nog langer te vervullen.
Huize Bosbeek in Heemstede werd toen aangekocht en geschikt gemaakt voor verzorging en verpleging. In 1960, toen Bosbeek verpleegcapaciteit kreeg, werd Scheveningen afgestoten.
In Huize Bosbeek is tegenwoordig het bestuurlijk en administratief centrum van de congregatie gevestigd.
STEENWIJKERWOLD
In 1894 richtte de congregatie een huis op te Steenwijkerwold. Tot in de veertiger jaren van de vorige eeuw werden er bejaarden verzorgd en kinderen opgevangen.
Ook werden er verschillende scholen gesticht. Naast de kleuter- en lagere school ontstonden er scholen voor voortgezet onderwijs (ULO/MAVO en HAVO) lager en voortgezet huishoudonderwijs en een opleiding voor de akte NXX.
De Normaalschool werd opgericht in 1896. De hieruit ontstane Kweekschool/Pedagogische Academie/PABO (voorloper van de R.K. PABO te Zwolle) kreeg landelijke bekendheid.
In de zeventiger en tachtiger jaren van de vorige eeuw liep het aantal leerlingen dat intern woonde, terug. De ruimte die daardoor vrijkwam werd benut om vluchtelingen op te nemen, eerst uit Urugay en daarna uit Vietnam.
In 1985 verlieten de zusters het klooster te Steenwijkerwold.
De leerlingenhuisvesting werd verplaatst naar Zwolle en de scholen voor voortgezet en beroepsonderwijs werden gehuisvest in Steenwijk, Wolvega of Zwolle.
STOMPWIJK
Zelfs in de oorlog werd het avontuur aangegaan van een nieuwe start. In1944 kwamen zusters naar Stompwijk om er in het onderwijs te gaan werken. Zij deden dat tot 1968.
Er werkten en woonden op dat moment negen zusters in Huize ‘Immaculata’.
ULFT
In 1892 begonnen er zusters te werken in het onderwijs. Later kwam er ouderenzorg bij. In 1968 bood het huis ‘De Voorzienigheid’ plek aan 85 ouderen en waren er 32 aanleunwoningen voor echtparen in aanbouw.
De laatste groep zusters verliet in 1997 deze plek.
VOORHOUT
Sinds 1978 woonde er een grote groep zusters van “De Voorzienigheid” in Voorhout, in een wooncomplex met levensloopbestendige woningen. Dit complex is gesticht door de Congregatie der Broeders van O.L. Vrouw van Zeven Smarten.
WESTERBLOKKER
Van 1908 tot 1956 werden in Huize ‘Bethlehem’ oudere mensen verzorgd door onze zusters.
ZWAAGDIJK
Na de oorlog, in 1946, ging een aantal zusters in Zwaagdijk wonen om dit West-Friese dorp te helpen in het onderwijs. De zusters werkten in het kleuteronderwijs, het lager onderwijs en er was een naaischool. Het bleef altijd een kleine groep die leefde in een ‘normaal’ huis. In 1964 werd het werk overgedragen aan niet-kloosterlingen.