R.K. Beheerstichting Congregatie “De Voorzienigheid”
De vergoedingen voor bereikbaarheidsdiensten en voor de kosten van woon-werkverkeer betreffen in feite vergoedingen voor concrete situaties, waarbij kosten gemaakt worden voor het reizen naar de plaats van tewerkstelling dan wel het zich beschikbaar houden voor bijzondere situaties. Op dit moment is niet geregeld hoe met deze vergoedingen, die feitelijk maandelijks als vaste vergoeding bij het salaris worden uitbetaald, om te gaan indien sprake is van ziekte.
Het bestuur zou in dat verband de volgende werkwijze willen afspreken:
• Bedoelde vergoedingen worden betaald tot en met de maand volgend op de maand waarin een medewerker zich ziek heeft gemeld en uiteraard voorzover geen herstelmelding heeft plaatsgevonden.
• De vergoedingen worden weer betaalbaar gesteld met ingang van de maand volgend op die waarin de herstelmelding heeft plaatsgevonden.
Met deze benadering wordt bereikt dat pas tot opschorten van de vergoeding wordt overgegaan op het moment dat sprake is van langdurige afwezigheid wegens ziekte. De betalingen worden hervat per de eerste van de maand volgend op die van herstelmelding. Per saldo zal daardoor normaliter altijd sprake zijn van een situatie waarbij betrokkene gemaakte kosten vergoed zal krijgen.
Voorbeeld:
Iemand meldt zich ziek op 9 maart. Op 30 april is betrokkene nog steeds niet aan het werk als gevolg van ziekte. In dit geval zullen met ingang van mei de eventuele vergoedingen voor kosten woon-werkverkeer en/of bereikbaarheidsdiensten worden stopgezet. Betrokkene meldt zich beter per 5 mei. Dat zal dan betekenen dat de vergoedingen weer betaalbaar gesteld worden met ingang van juni.
Goedgekeurd door de Personeelsvergadering van 5 april 2005.
Aldus vastgesteld in de Portefeuille Personele Zaken d.d. 28 maart 2008.